e-mail

Gastenboek
© Auke
Timmerman 2010
|
Militairen
die terug kwamen uit WOII, de oorlogen in Indië, Korea
of Nieuw
Guinea en van de eerste vredesmissies in Libanon, konden bij
niemand hun verhaal kwijt. Evenmin was er
waardering of erkenning voor het feit dat ze in opdracht van een
democratisch gekozen volksvertegenwoordiging hun leven op het spel
hadden gezet. Pas in de jaren 90 kwam er verandering,
toen minister van defensie Relus ter Beek een formeel
Veteranenbeleid van de grond tilde. Eindelijk kregen
oud-militairen een formele status en daarmee politieke en
maatschappelijke
erkenning.
Veteranen
Tot 1940 kende Nederland nauwelijks Veteranen. We waren niet bij
de
Eerste Wereldoorlog betrokken en hadden voordien alleen in
Nederlands-Indië een aantal militaire acties uitgevoerd. Een paar
duizend oud-militairen van het KNIL waren tot op dat moment de enige
Veteranen. Dat veranderde in mei 1940. Vanaf dat moment tot 1962 zette
Nederland ruim een half miljoen militairen in tijdens 4 oorlogen: WO
II, Indonesië, Korea en Nieuw Guinea.
In de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog was de zorg voor
Veteranen vooral een particuliere aangelegenheid. Maatschappelijk en
politiek werd er lange tijd nauwelijks geluisterd naar verhalen en
wensen van Veteranen. Er was weinig of geen erkenning voor wat ze
gedaan hadden en de offers die ze brachten. Pas in de jaren tachtig,
na jarenlang aandringen van vooral de Indië veteranen
nam de overheid haar verantwoordelijkheid. Dat resulteerde in 1990
in de Veteranennota van minister Relus ter Beek. Pas toen werd scherp
gedefinieerd wie Veteraan is: iedere voormalige Nederlandse militair
die gediend heeft onder oorlogsomstandigheden of daarmee overeenkomende
situaties of in internationale vredesmissies al dan niet binnen het
verband van de Verenigde Naties.
De nota was een doorbraak, voor het eerst werden latere,
niet-materiële gevolgen van oorlogservaringen bij militairen
erkend.
Veteranenbeleid
Als eerste uitvloeisel van de nota werd in 1991 de Stichting
Dienstverlening Veteranen opgericht. Er kwam een Veteranenpas, een
Veteranentijdschrift (Checkpoint) en er werden regionale Veteranendagen
gefaciliteerd. Ook werd onderzoek gedaan naar de zorgbehoefte onder
Veteranen en hun thuisfront. De beleving van hun militaire inzet
achteraf is bij Veteranen heel verschillend. Voor de meesten van hen
was het een bijzondere ervaring om namens de samenleving, elders in de
wereld de vrede te bewaren of herstellen. Een ervaring die men nooit
meer vergeet. Helaas zijn er ook veel Veteranen die na terugkeer kleine
of grote problemen hebben in hun functioneren in de
burgermaatschappij.
Op 10 mei 2000 werd één van de belangrijkste
aanbevelingen uit het onderzoek gerealiseerd en werd het
Veteraneninstituut in Doorn opgericht. De opening werd gedaan door
minister-president Kok. In zijn toespraak deed hij een extra
handreiking richting de Indiëveteranen. Hij benadrukte "dat
de inzet in voormalig Nederlands-Indië op democratische wijze en
met instemming van de meerderheid van de toenmalige bevolking had
plaatsgevonden", waarmee hij nog eens de toenemende maatschappelijke
erkenning onderstreepte. Een ander belangrijk voornemen op dat moment
was het instellen van een Nationale Veteranendag.
Het Veteraneninstituut
Het instituut voert het Veteranenbeleid uit en coördineert
het. Alle oud-militairen uit de oorlogen e n
van vredesmissies konden zich bij het instituut registreren. Zij
kregen een persoonlijke Veteranenpas en vrij vervoer per NS voor
het bezoeken van
de jaarlijkse Veteranenreünies van marine, landmacht en
luchtmacht. De reünie van de marine vindt altijd plaats in Den
Helder, de dag vóór de Nationale Vlootdagen. In de
jaren
daarna werden de aan de pas
verbonden voordelen uitgebreid met o.a. korting
op entreeprijzen van musea, op herenkleding en op vakantiereizen.
Ook kregen Veteranen naast het gratis magazine Checkpoint een
gratis abonnement op een defensieblad naar keuze. Ik
koos voor het marineblad Alle
Hens. Veteranen ontvingen een speciaal Veteraneninsigne, waarvan
het eerste
in 2003 werd uitgereikt. Zie ook www.veteraneninstituut.nl
Eerste Nationale Veteranendag, in
2005
In
2005 was de eerste landelijke viering van Veteranendag. Eerst op
27 juni, de
verjaardag van Prins Bernhard, later op de laatste zaterdag in juni. De
manifestatie is in Den Haag en staat
open voor Veteranen en alle verdere geïnteresseerden. Het traditionele
5 mei defilé in Wageningen dat altijd door Prins Bernhard werd
afgenomen zou vervallen, maar dat is nooit gelukt. Veel Veteranen
houden aan dit defilé vast. Het
doel van de Nationale Veteranendag is maatschappelijke erkenning,
samenzijn en herdenken in een wisselwerking tussen maatschappij en
krijgsmacht. Op dat gebied kende Nederland weinig traditie. Wel
was er op nationaal niveau geleidelijk een traditie ontstaan in het
herdenken van oorlogen en conflicten. De oorsprong ervan is de
nationale herdenking op 4 mei op de Dam en vele andere plaatsen
van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. In de loop van de
tijd is deze herdenking verbreed naar "de slachtoffers van
oorlogen en vredesoperaties" en kwamen de herdenking van de
capitulatie van Japan op 15 augustus in Den Haag en de herdenking van
de ruim 6000 gevallen militairen in Nederlands-Indië en Nieuw
Guinea op 7 september in Roermond.
|
Ereveld Grebbeberg

Capitulatie Duitsers,
mei 1945, Wageningen

Atoombom Hiroshima,
capitulatie Japan

Ereveld Semarang, Indonesië

1949, overdracht souvereiniteit Indonesië

Bestandslijn Korea 1953


Marineveteranen, Den Helder
|